-
1 Mike's been inside for a year
-
2 inside
adj. van binnen, innerlijk--------adv. binnen; naar binnen; in; in huis; in gevangenis (spreektaal)--------n. binnenkant; binnenste gedeelte; ingewanden(spreektaal)--------prep. in, binneninside1[ insajd] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————inside2♦voorbeelden:————————inside3〈 bijwoord〉2 〈 slang〉in/naar de bak/gevangenis♦voorbeelden:turn something inside out • iets binnenstebuiten keren————————inside4〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский